Dit programma gaat over de financiën en het financieel beleid van de gemeente Winterswijk, alsook over intergemeentelijke samenwerking.
Wij zijn uiteraard vóór een gezond financieel beleid
Een heikel punt bij alles wat de gemeente doet of van plan is te doen, zijn uiteraard de financiën. Het spreekt voor zich dat wij vóór een financieel gezonde gemeente zijn en dus vóór een verstandig financieel beleid. Daarmee zeggen wij niet dat het gemeentelijk beleid geen geld mag kosten. Sterker nog, een gezond financieel beleid is volgens ons niet hetzelfde als de hand op de knip houden. Juist investeren in Winterswijk en in goede voorzieningen levert geld op voor Winterswijk en betaalt zich dubbel en dwars terug, bijvoorbeeld omdat de aantrekkelijkheid van Winterswijk wordt vergroot, zowel voor potentiële ondernemers en aspirant-inwoners als voor bezoekers van Winterswijk. Aantrekkelijkheid vergroot vanzelfsprekend de leefbaarheid en de dynamiek van Winterswijk en dat is weer essentieel voor de plaatselijke economie en dus werkgelegenheid. Een visie waar wij ook in de toekomst aan vast zullen blijven houden. Wel is uiteraard van belang dat de financiële positie van de gemeente gezond blijft en dat de totale collectieve lastendruk voor de inwoners en bedrijven van Winterswijk binnen aanvaardbare grenzen blijft.
In de afgelopen jaren heeft Winterswijk mede op ons voorstel flink geïnvesteerd. Vooral in de periode 2006-2010 is veel achterstallig onderhoud weggewerkt en zijn vanwege de economische crisis nog extra investeringen gedaan en naar voren gehaald om Winterswijkse bedrijven aan werk te helpen. Zo hebben we diverse aannemers, installateurs en andere partijen aan werk geholpen dat op dat moment essentieel voor ze was. We hebben dat graag gedaan, en met beleid. “Anticyclisch investeren” noemen ze dat: Investeren juist in een waarin het moeilijk gaat. Een beleid dat steeds meer economen graag ook van het huidige Kabinet hadden gezien.
Investeren in Winterswijk was en blijft nodig: een bewuste keuze
Bij dit alles moet niet worden vergeten dat Winterswijk bij de komst van onze partij in 2006 al een schuld had van zo’n 70 miljoen euro en dat door de oude politiek geen cent was gespaard voor nieuwe investeringen of het wegwerken van achterstallig onderhoud. Dat geld moesten we lenen, waardoor de schuld van 70 miljoen nog verder toenam. Toch hebben wij die stap gezet omdat we niet anders konden, maar ook niet anders wilden. Diverse schoolgebouwen moesten hoognodig aangepakt worden, veel achterstallig onderhoud in de openbare ruimte moest weggewerkt worden en zelfs voor de bouw van een nieuw gemeentekantoor, waarover al jaren was gediscussieerd, was geen cent opzij gezet. Ook de situatie qua sportaccommodaties was onhoudbaar geworden, zowel financieel als qua onderhoud en voldoen aan geldende eisen en normen. Ondanks de gerichte investeringspiek wisten we echter allemaal dat de schuldenlast na die periode weer zou dalen en dat is inmiddels ook gebeurd.
Voor de toekomst van Winterswijk blijft investeren essentieel en als we onze toekomstvisie willen realiseren, kunnen we niet op onze lauweren rusten. Natuurlijk wordt het tempo van investeren bepaald door het beschikbare geld, maar niets doen is geen optie. Prioriteiten stellen natuurlijk wel.
Het accent verschuift naar het sociaal domein
In de komende periode verschuift het accent ook financieel naar het sociaal domein. Dan praten we vooral over participatie, werk en inkomen, jeugdzorg, onderwijs en de zorg voor ouderen en hulpbehoevenden. De gemeente krijgt op deze terreinen nieuwe taken overgedragen van het Rijk, maar zal ze moeten uitvoeren met aanzienlijk minder middelen dan het Rijk voor deze taken beschikbaar had. Dit geeft zowel een grote verantwoordelijkheid als een groot afbreukrisico.
Voorop staat uiteraard dat niemand straks tussen wal en schip mag raken door gewijzigd overheidsbeleid. Zover zullen en mogen we het niet laten komen. Wel gaan ook wij uit van de eigen kracht van het individu en zijn of haar omgeving. Waar deze onvoldoende is moet de gemeente bijspringen. Uitgangspunt daarbij is niet de vraag waar iemand recht op heeft, maar wat iemand zelf nog kan en daarop aanvullend nog nodig heeft. Anderzijds mag van de gemeente worden verwacht dat hooguit 10% van het hiervoor beschikbare budget opgaat aan uitvoeringskosten, maar dat de rest ingezet kan worden voor het beoogde doel.
Geen nieuwe bureaucratie. Winterswijk blijft een zelfstandige gemeente!
Bij dit alles zullen we voortdurend alert moeten zijn op de financiën, want Winterswijk kan zich geen budgetoverschrijdingen veroorloven en zal dus zuinig moeten zijn op de beschikbare middelen. De sturing (grip) daarop zal versterkt moeten worden en waar mogelijk en van toegevoegde waarde, zal de samenwerking met andere gemeenten (moeten) worden gezocht. Dit mag echter niet leiden tot nieuwe bureaucratie of nieuwe bodemloze putten. Wij zijn tegen het instellen van weer nieuwe gemeenschappelijke regelingen, omdat een goede democratische controle en daarmee goede besturing van die regelingen bijna onmogelijk is. Wij zullen in dit kader zelf het initiatief nemen om de verschillende betrokken gemeenteraden bij elkaar te roepen en met elkaar langdurige beleidsconvenanten af te spreken om het uit de hand lopen van de kosten van o.a. de gemeenschappelijke regelingen te voorkomen. Ook zijn en blijven wij voorstander van een zelfstandige gemeente Winterswijk en dus tegen een fusie met andere gemeenten. Wel kan samenwerken voordelen hebben of zelfs onvermijdelijk zijn, maar samenwerken kan ook zonder te fuseren. Uitgangspunt daarbij is: lokaal wat lokaal kan, regionaal wat regionaal moet.